Toespraken

Speech 'We The Power'

Dag Nic,

Beste kijkers thuis,

Eerst en vooral wil ik Dirk Vansintjan, Tine De Moor en Elise Steyaert bedanken voor hun inspirerende tussenkomsten.

Ik voel mij heel vereerd dat ik hier het slotwoord mag brengen, want als er één zaak is waar ik energie uit put, zijn het wel de inspirerende, positieve, hoopgevende initiatieven door, van en voor burgers. Een donderdagavond “well spent” !

Dames en heren,

In de film We The Power zegt één van de geïnterviewden ‘Ik wil deel zijn van de oplossing, niet van het probleem’. Wel, ik ook. Als mensen mij vragen waarom ik minister ben geworden, dan is dat in de eerste plaats vanuit mijn passie voor energie, en mijn goesting om hier een positief verhaal van te maken. Al veel te lang en te vaak wordt er over energie gesproken als een verhaal van kommer en kwel, een probleem dat opgelost moet worden.

Energie is in de eerste plaats een verhaal van opportuniteiten, een positief verhaal van hoop. Energie heeft de kracht om te verenigen, om burgers samen te brengen in energiegemeenschappen.

Want zoals het zo krachtig verwoord wordt in de film: er zijn twee soorten energie: menselijke energie en elektrische energie. Als je die twee samenbrengt, kan je alle moeilijkheden overwinnen.

Mijn taak als Energieminister is precies om die twee elementen samen te brengen. Om het kader te schetsen waarin projecten – van groot tot klein – tot bloei kunnen komen. Niet enkel voor bedrijven, maar ook voor energiegemeenschappen gedragen door burgers: voor burgerenergie, dus.

Als Federaal Minister van Energie bestaat mijn voornaamste taak eruit de energiebevoorrading van ons land te garanderen. Gedurende lange tijd werd dit op een gecentraliseerde manier gedaan, om het overzicht en de controle te bewaren. Top-down, met andere woorden.

Ondertussen weten we dat decentralisatie van de bevoorrading via energiegemeenschappen veel voordelen biedt. De overheid moet daarom niet enkel een kader bieden voor de traditionele energieleveranciers, maar ook voor lokale energiegemeenschappen.

Dankzij het Clean Energy For All package is er een wettelijke kader voor burgerenergie, en dat moet ook hier in België energiegemeenschappen in staat stellen om op gelijke voet te participeren in de transitie.

Vandaag kunnen energiegemeenschappen reeds investeren in zonnepanelen, laadpalen, elektrische deelwagens, energiebesparende maatregelen, warmtenetten en windmolens op land. Om de mogelijkheden nog verder uit te breiden, stelde ik enkele weken geleden voor om dit ook mogelijk te maken voor windmolens op zee. Als alles loopt zoals ik hoop, zullen burgers, organisaties en kmo’s, binnen enkele jaren mede-eigenaar kunnen worden van een offshore windpark.

Als we kijken naar de offshore windproductie per inwoner, is België nummer 2 in de wereld op gebied van wind op zee. Offshore wind is een nationale trots, net zoals onze frieten, onze chocolade en ons bier. Ik wil dat alle Belgen kunnen delen in die trots en er mee de vruchten van plukken.

Trouwens, om te slagen zal de energietransitie gesteund en gedragen moeten worden door iedereen. Zoals Dirk het ook zei in de film (en in het panel): wanneer burgers een actieve rol kunnen opnemen, zijn ze geneigd om positiever te staan ten opzichte van de nodige infrastructuur voor hernieuwbare energie, zoals bijvoorbeeld een windturbine. Enkel door burgers actief te betrekken bij de energieswitch, hen écht ‘ownership’ toe te kennen, kunnen we een maatschappelijk draagvlak creëren.

Deze regering heeft een duidelijke koers uitgezet: we willen een energiesysteem dat gebaseerd is op 100% hernieuwbare energie. Ook daar is een faciliterend, wetgevend kader voor nodig. We moeten namelijk evolueren naar een energiesysteem dat voldoende flexibel is om met het intermitterend karakter van hernieuwbare bronnen om te gaan. Die nood aan flexibiliteit zal enkel groter worden. Zo voorspelt het International Energy Agency dat tegen 2050, 90% van alle opgewekte elektriciteit in de wereld uit hernieuwbare bronnen zal komen.

Ik heb met mijn team de voorbije maanden zeer hard gewerkt om die energieswitch naar 100% hernieuwbaar mogelijk te maken. We hebben een investeringsmechanisme op poten gezet dat voor een flexibel netwerk zorgt met ruimte voor hernieuwbare energie en tegelijk de veiligheid van de bevoorrading garandeert.

Een belangrijk element in een energiesysteem dat gebaseerd is op hernieuwbare bronnen, is de mogelijkheid om de energievraag beter af te stemmen op het aanbod en om energie te kunnen stockeren in batterijen. De centrale van Coo is zo’n oorbeeld. Het is de grootste batterij van ons land en de uitbreiding staat gelijk aan 31.000 thuisbatterijen. Maar ook hier speelt burgerenergie een belangrijke rol: energiegemeenschappen zullen meer en meer balanceringsdiensten kunnen aanbieden. Niet enkel vraagsturing en de inzet van thuisbatterijen zal hierbij belangrijk zijn, ook elektrische auto’s hebben batterijen, en wanneer die verbonden zijn met het net om op te laden, zullen ze kunnen bijdragen aan de stabilisatie van het net.

Een prachtig voorbeeld hiervan is CEDAN, een nieuw coöperatief netwerk voor deelauto’s. Nog geen twee weken geleden was ik aanwezig op de lancering van dit netwerk, dat alle technologieën samenbrengt die we nodig hebben in een energiesysteem dat volledig op hernieuwbare energie draait. Van slimme – zelfs bidirectionele – laadpalen die de beschikbare energie zo efficiënt mogelijk gebruiken, tot batterijen die zorgen voor opslag en flexibiliteit op het net.

Beste mensen, 

Kortom - Energiegemeenschappen zijn vaak miniatuurversies van het energiesysteem van de toekomst. Lokaal gedragen en aangedreven, gebruik makend van hernieuwbare energie in een flexibel netwerk, goed voor het milieu, voor onze mobiliteit, voor onze economie, voor onze samenleving en voor onze algemene levenskwaliteit.

En dit is uiteindelijk waar de energietransitie om draait en voor staat. Het toont de kracht en het innovatieve karakter van burgerenergie. Burgers, en energiegemeenschappen, zijn de innovatoren, de voortrekkers van de energietransitie, want het enige belang dat zij dienen is het algemeen belang.

Meer van dat!